Advertentie
Hiervoor zijn grote investeringen nodig en de verschillende leden van de Confederation of Laboratories for Artificial Intelligence Research in Europe, of Claire, moeten hiervoor steun ontvangen. De uitspraak van de recent herverkozen Von der Leyen moet hier een eerste stap in zijn. Op den duur moet een grootschalig onderzoeksinstituut voor AI volgen, vergelijkbaar met het in de buurt van het Zwitserse Genève gelegen CERN.
Met de oprichting van de Europese Organisatie voor Nucleair Onderzoek kon Europa de Verenigde Staten weer bijbenen na de Tweede Wereldoorlog met onderzoek naar fundamentele natuurkunde. Nu wil Von der Leyen dat hetzelfde gebeurt op het gebied van AI. Volgens haar is Europa nu weliswaar een leider op het gebied van wetgeving en het veiliger en betrouwbaarder maken van AI-technologie, maar blijft het op innovatief vlak enigszins achter.
Daarom wil de Europese Commissie samenwerken met de verschillende lidstaten en de industrie samenwerken om een strategie te ontwikkelen gericht op het maken van nieuwe industriële toepassingen op basis van AI. Daarnaast moeten ook allerlei openbare diensten, zoals de gezondheidszorg, van de samenwerking profiteren.
Oorspronkelijk bracht Claire het idee van een CERN voor AI al naar voren ten tijde van zijn oprichting in 2018. Exacte cijfers werden toen niet genoemd, maar volgens schattingen zouden de benodigde kosten op maximaal 25 miljard per jaar liggen. Afgelopen maart deed de wetenschappelijke adviesraad SAM ook een aanbeveling voor het maken van een gedistribueerd CERN voor AI genaamd Ediras. De voorstellen lijken veel op elkaar, maar Ediras zou volledig decentraal moeten opereren. Waarschijnlijk zal de uiteindelijke uitvoering van de plannen ergens in het midden liggen. De kosten zouden tussen de 100 en 120 miljard euro moeten liggen voor een periode van 7 jaar. Dit is meer dan het gehele 7 jaars budget voor het onderzoeksinitiatief Horizon Europe, wat ‘slechts’ 95,5 miljard bedraagt.
De miljardeninvestering is weliswaar stevig, maar deze zou desalniettemin aantrekkelijk zijn. Dit is omdat in tegenstelling tot veel andere wetenschappelijke velden enige innovaties veel sneller hun weg kunnen vinden naar gebruik in de praktijk. De investering zou zich daardoor snel terug kunnen verdienen. Overigens is het nog geen gesneden koek of de investering daadwerkelijk zomaar zijn doorgang zal vinden. Tegenstanders stellen dat de baten te onzeker zijn voor een dergelijk grote investering en pleiten voor een meer voorzichtige aanpak waarbij het investeringsbudget langzaam opgehoogd wordt naarmate er resultaten worden geleverd. Andere critici stellen dat Von der Leyen veel te vaag is en dat de plannen op dit moment te onvolledig zijn.