Advertentie
Oppo is terug van weggeweest. Nou ja, ‘weggeweest’: het was een tijdje minder aanwezig. Na jaren van keihard investeren in de Europese markt werd het stil rond het merk, omdat het met Nokia een dispuut had over patenten. Inmiddels is er overeenstemming bereikt en kun je de komende tijd weer veel nieuwe toestellen van dit merk op de markt verwachten. Een ervan is de Reno11 F die we in dit artikel bekijken.
Oppo heeft een goede naam in de markt voor smartphones. De toestellen worden betrouwbaar geacht en ook heeft het merk inmiddels best veel trouwe volgers. De Reno-serie omvat de midrangers ervan. Net als bij Samsung bestaat de A-serie uit instappers, en in de Find-serie heeft Oppo zijn high-end modellen ondergebracht. De Reno11 F kost 449 euro. Dat maakt hem niet echt goedkoop, maar een concurrent van bijvoorbeeld de Redmi’s die we onlangs aan de tand voelden.
Ondanks de middenklasseprijs heeft dit nieuwe model een zeer luxe vormgeving. Het ligt lekker in de hand en weegt slechts 173 gram. Dat is erg weinig en ook is de Reno11 F erg dun. Beter gezegd: met een dikte van 7,5 mm is hij flinterdun.
De achterkant is lichtruw, waardoor hij ondanks het dunne profiel lekker in de hand ligt. De camera’s aan de achterkant zijn in een rechthoekig cameraeiland verwerkt, waarbij de hoofsensor van 64 megapixels een eigen cirkel heeft gekregen. De andere twee zitten in de tweede cirkel. Op het 6,7 inch grote scherm is een screenprotector bevestigd.
Oppo is afgestapt van het leveren van een compleet pakket. Net als bij bijvoorbeeld Samsung en Apple krijg je alleen een laadkabeltje bij je telefoon. Een passende oplader en hoesje krijg je er dus niet bij. Dit bespaart Oppo kosten en ook is het natuurlijk een stuk duurzamer, want veel mensen hebben al genoeg opladers in huis.
